Cryptocash. Jouw Bitcoins en de aangifte Inkomstenbelasting 2017

Auteur(s):

Net als miljoenen andere Nederlanders heb je onlangs een brief gehad van de Belastingdienst, waarin je wordt uitgenodigd om aangifte te doen over 2017. Dit moet gebeuren voor 1 mei 2018. Doe je dit echter vóór 1 april, dan krijg je nog voor 1 juli 2018 een eventuele teruggaaf op je rekening gestort.

Cryptovaluta

Voor velen onder ons komt er naast de gebruikelijke eigen woning, loon uit dienstbetrekking en scholingsuitgaven, nog wat anders om de hoek kijken: cryptovaluta. 2017 was misschien wel hét jaar van de cryptovaluta. De explosie van onlinemunten heeft ervoor gezorgd dat velen die zijn ingestapt zich – in ieder geval online – vermogend mogen noemen.

De ‘plotselinge’ opkomst van de cryptovaluta is ook bij de Belastingdienst niet onopgemerkt gebleven. Alhoewel de anonimiteit van cryptovaluta het aantrekkelijk maakt om ze niet op te geven bij de Belastingdienst, is dat geen goed idee. Wanneer je de ‘crypto’s’ ooit te gelde maakt, moet je de winsten kunnen verklaren. Kun je dit niet? Dan kan er een navorderingsaanslag en een boete worden opgelegd. Met de aangifte over 2017 weer in zicht rijst daarom de vraag: hóe geef ik deze winsten aan in mijn aangifte?

Box 3

Het antwoord hierop is niet moeilijk. De munten vallen, net als bijvoorbeeld je spaargeld, in principe in Box 3. De waarde van jouw cryptovaluta wordt daarom ‘forfaitair’ belast. Kort gezegd betekent dit dat de Belastingdienst vindt dat jouw bezittingen in Box 3 een bepaald rendement genereren (ongeacht of dit klopt of niet). Afhankelijk van de omvang van jouw totale Box 3-saldo wordt dit rendement geacht tussen de 2,87% en 5,39% te liggen. Over dit rendement heft de Belastingdienst vervolgens een belasting van 30%. Je hoeft dus niet je werkelijk behaalde rendement op te geven. Effectief betaal je onder deze systematiek – afhankelijk van de hoogte van je vermogen – een belasting van 0,8613% tot 1,617% over de waarde van je cryptovaluta.

De waarde wordt vastgesteld op peildatum 1 januari 2017

De waarde waarover wordt geheven, wordt bepaald op de ‘peildatum’. Op deze datum wordt de waarde van je bezit geschat (oftewel de waarde van je crypto-wallet). De peildatum is altijd 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet. Voor de aangifte over het jaar 2017 is dit dus 1 januari 2017, 00:00.

2017 mag voor de beleggers in onder andere Bitcoin en Ethereum een goed jaar genoemd worden: de Bitcoin stond op 1 januari 2017 immers slechts op ruim $430, Ethereum op een bedrag net boven de $8. Inmiddels liggen deze koersen veel hoger. De waarde van jouw wallet op de peildatum, en daarmee de basis van het fictieve rendement, zal dus waarschijnlijk leiden tot een veel lager fictief rendement dan je daadwerkelijk behaalde winsten in 2017.

Actieve handel? Box 1-risico!

Let wel op, want onder voorwaarden kan de Belastingdienst ook stellen dat er sprake is van Box 1-inkomsten (met het een progressief tarief tot 52% over je winst). De Belastingdienst kan namelijk stellen dat de ‘belegging’ in cryptovaluta meer is dan een normale belegging, en dat er sprake is van ‘actieve handel’ in cryptovaluta.

Een actieve handel vereist een ‘meer dan speculatief karakter met als doel het behalen van voordeel’. Hier komt verder nog bij dat de desbetreffende bitcoinhandelaar een zekere deskundigheid, ervaring en relaties moet hebben. Belangrijk hierbij is dat hij met deze deskundigheid en ervaring de winst kan beïnvloeden. Mensen die hun baan hebben opgezegd en actief zijn gaan ‘daytraden’, zullen bijvoorbeeld een risico lopen.

Vraag jij je af of jouw cryptovaluta in Box 1 of juist in Box 3 valt? Dit is niet altijd makkelijk te bepalen. De jurisprudentie heeft een grijs gebied gecreëerd, waardoor elke situatie apart beoordeeld zal moeten worden. Twijfel je ergens over? Neem contact met ons op!

Tags:
Share this article on:
Newsletter

Sign up for our monthly newsletter to stay up to date.